HSP & verzwijgen
Waarom we beter niet teveel verzwijgen bij het opvoeden van hoogsensitieve kinderen.
DEEL 1
Waarom we beter niet teveel verzwijgen bij het opvoeden van hoogsensitieve kinderen.
DEEL 1
Pas wanneer we volwassen waren, werd ons ‘de waarheid’ verteld. Je voelt het misschien wel. Zo, boenk, dat is de waarheid. Nu weet je het ook. Ga nu maar lekker terug verder met je leven. En praat hier liefst niet teveel over als het enigzins mogelijk is, er kan nu toch niets meer aan veranderd worden.
Dus daar zat ik dan. Met de ‘waarheid’. Alsof plotseling mijn hele jeugd een scherts geweest was. Een schijnvertoning. Een poppenspel waar ik, samen met mijn broer en zussen aan meegedaan had. Zonder ooit geweten te hebben wie welke touwtjes in handen had…
Verzwijgen was toen –in de tijd van mijn ouders- een heel normale zaak. Het werd alom toegepast. De doofpot, weet je wel. Wat niet weet, niet deert.
Ik ben me er dan ook helemaal van bewust dat mijn ouders altijd het allerbeste met ons voorgehad hebben. Dat ze gedaan hebben wat zij dachten dat goed voor ons was.
Het is dan ook dankzij hen dat ik deze blog nu schrijf.
Verzwijgen. Ver-zwijgen. Door te zwijgen anderen verder van je afduwen.
Wat maakt dat wij dingen verzwijgen voor onze kinderen?
Zoals de mama en de papa die hun driejarige zoontje nog vlug in bed willen krijgen voordat de babysit komt. Zodat ze hem niet moeten vertellen dat ze een avondje uitgaan.
Zoals de mama die zich ziek voelt, maar zich sterk houdt voor haar kroost. Gewoon doet alsof er niets aan de hand is.
Zoals de mama en de papa die weten dat er niets meer is tussen hen. Maar toch samenblijven ‘voor de kinderen’. Zonder dat ooit uit te spreken naar de kinderen toe.
Wat is het effect hiervan op hoogsensitieve kinderen?
Hoogsensitieve personen voelen subtiele sferen aan. Hoogsensitieve personen zijn zich op een hoger niveau feilloos bewust van een gebrek aan flow. Van energie die niet stroomt. Van een plaatje dat niet ‘klopt’.
Hoogsensitieve kinderen die hun ouders het ene horen zeggen en het andere zien doen. Die hun ouders zien lachen, maar de energie voelen sputteren. Die aanvoelen dat hun ouders afzien, maar geen deftig antwoord krijgen als ze vragen wat er is. Die hoogsensitieve kinderen raken hiervan heel erg in de war. Het zorgt ervoor dat ze hun eigen aanvoelen, hun kern, hun authenticiteit leren wantrouwen. Dat ze het ongelooflijk talent dat ze meegekregen hebben, hun energetisch voelen, uiteindelijk leren negeren. En wezenloos achterblijven.
Ook kan het verzwijgen van sommige zaken of het censureren van bepaalde informatie angst opleveren bij hoogsensitieve kinderen. Zo werd bij ons thuis nooit fundamenteel gepraat over geldzaken. Al werden veel dingen door mijn ouders als ‘te duur’ bestempeld. Ik herinner me heel goed dat ik gedurende mijn ganse jeugd een irrationele angst koesterde dat mijn ouders blut zouden geraken. Dat bij alles wat mijn ouders uitgaven ik in mijn hoofd bedacht of ze dat financieel wel aankonden. Wat achteraf gezien een nodeloze angst was. Zij hadden en hebben hun geldzaken namelijk heel goed onder controle. Stom dat ik daar dan zoveel energie in gestoken heb als kind, niet?
Als een hoogsensitief kind voelt dat zijn ouders een bepaald onderwerp mijden, gaat dat kind -net daardoor- aan dat onderwerp een groter belang hechten. Hier heel attent op worden. Dat uitvergroten en voor zichzelf hierrond een eigen verhaal fantaseren, vaak veel meer beangstigend dan dat waar zijn ouders hem voor willen ‘sparen’.
Bovendien is er nog iets dat meespeelt. Doordat hoogsensitieve kinderen voelen dat er ‘iets’ is, maar hierin geen erkenning krijgen, voelen ze zich door hun eigen ouders afgewezen. Niet als ‘heel’ en ‘echt’ aanzien. Niet belangrijk genoeg om rekening mee te houden.
Voor heel gevoelige kinderen kan dat zwaar wegen. Een vertrouwensbreuk, zeg maar.
En nu? Wat kunnen we hieraan doen?
Lees in deel 2.