HSP & verzwijgen
Waarom we beter niet teveel verzwijgen bij het opvoeden van hoogsensitieve kinderen.
DEEL 2
Waarom we beter niet teveel verzwijgen bij het opvoeden van hoogsensitieve kinderen.
DEEL 2
Maar er is ook goed nieuws. Fantastisch nieuws. Schitterend nieuws, zelfs! Als ouder krijg je namelijk zo goed als dagelijks nieuwe kansen. Het is niet omdat je gisteren iets verzweeg, dat je dat vandaag ook hoeft te doen!
Opgelet, ik bedoel hiermee absoluut niet dat je meteen maar alles wat ergens nog in de lucht hangt op tafel moet smijten. Absoluut niet. Ook kinderen hebben hun grenzen.
Wel pleit ik in de eerste plaats voor een openheid van gevoelens.
Voel je je supergelukkig omdat de lente in de lucht hangt? Deel het met je kinderen! Doe samen een vreugdedansje!
Voel je je een beetje zenuwachtig omdat je straks een belangrijke afspraak hebt? Hoe zou het voelen om dat met je kinderen te delen?
Voel je je gefrustreerd en boos omdat er vanalles fout liep op je werk? Kan je dat ook delen?
Voel je je volledig overprikkeld omdat er nog zoveel te doen is? Wat vinden jouw kinderen daarvan? Wie weet, bieden ze uit zichzelf wel aan om vandaag wat extra mee te helpen in het huishouden?
Afhankelijk van de leeftijd van je kinderen, op maat van hun bevattingsvermogen en in hun eigen taal, kun je al van kleins af aan open zijn over hoe je je voelt. En hoef je bovendien je kinderen niets belangrijks te verzwijgen. Je mag een peuter gerust vertellen dat je deze avond weggaat, maar dat er iemand is om voor hem te zorgen. Dat je de volgende dag als hij wakker wordt terug thuis bent. Zelfs als dat betekent dat je hiervoor tien minuten extra moet incalculeren. Zelfs als het betekent dat je een huilend kind moet achterlaten in de handen van de oppas.* Een kind dat boos is, of bang, of verdrietig. En dat zijn gevoelens mag ventileren.
*Op voorwaarde dat je de oppas hierin volledig kunt vertrouwen, natuurlijk.
Vertel je hoogsensitieve kind van zes maar dat mama en papa wel eens ruzie maken. Maar dat papa en mama elkaar heel graag blijven zien. Dat jullie er helemaal niet aan denken om uit elkaar te gaan. Of vertel je kind maar dat mama en papa zoveel ruzie maken dat jullie misschien wel uit elkaar zullen gaan. Dat dat iets is wat gebeurt tussen mama’s en papa’s. Dat dat absoluut niet de schuld is van het kind. Dat jullie het kind altijd even graag zullen blijven zien. Dat het kind de eerste zal zijn die het zal horen als er iets verandert… En luister dan naar de noden van je kind op dat moment.
Bedenk dat het verhaal dat je je kind vertelt, altijd veiliger en minder angstaanjagend zal zijn dan het verhaal dat het kind hier voor zichzelf rond verzint…
Gevoelens delen, is authentiek zijn. Open en eerlijk communiceren, is een vertrouwensband smeden. Voor kinderen is het een geschenk om op die manier te worden behandeld. Als een persoon die er toe doet.
En dat brengt ons meteen naar het volgende punt… Het werkt namelijk in de twee richtingen. Als ouder dienen wij de gevoelens van onze kinderen ook serieus te nemen. Als wij op empathie hopen van onze omgeving, moeten wij empathie voor-leven. Heel concreet betekent dat dat we –soms op de minst interessante momenten- volledige aandacht moeten geven aan de gevoelens van onze kinderen. Om even in hun leefwereld mee te gaan.
“Mama, ik heb buikpijn.”
Niet: “oh, dat zal wel overgaan”
Maar eerder iets als: “Je hebt buikpijn. Dat is niet leuk voor jou. Waar doet je buik precies pijn?”
“Papa, op school heeft iemand mij geduwd.”
Niet: “Als dat nog eens gebeurt, dan duw je maar terug.”
Maar eerder iets als: “Heeft er jou iemand geduwd? Opzettelijk? Dat was waarschijnlijk wel hard schrikken voor jou?”
“Mama, mama, papa, kijk wat ik gemaakt heb! “
Niet: “Ah… mooi.”
Maar eerder iets als: “Je hebt een tekening gemaakt! Helemaal uit je hoofd? Wat heb je hard gewerkt aan deze bloem, zoveel kleurtjes! Voel je je trots?”
Of zelfs:
Vrouw of man: “Amai, ik ben moe..”
Partner:
Niet: “Ja, ik ook. ’t Was een zware dag op ’t werk…”
Het is voor iedereen namelijk véél leuker om het volgende te horen: “Ik zie dat je moe bent, zoetje. Wat maakt dat het zo zwaar geweest is?” … en later eventueel: “Ja, dat herken ik wel, bij ons was het ook heel hectisch vandaag…”
Misschien kunnen we het in het algemeen zo bekijken. Iemand die een gevoelen met jou deelt, die stelt zich kwetsbaar op. Wat een groot compliment dat iemand jou zo belangrijk vindt dat hij of zij zich voor jou openstelt!!! Op het moment dat zich dat voordoet, bedenk dan dat jij bevoorrecht bent. Maak tijd voor de gevoelens van de andere. Erken die gevoelens, wat ze ook mogen zijn. Ga even mee in de ander z’n leefwereld. Toon compassie, toon medeleven (geen medelijden!).
Op die manier zorg je ervoor dat gevoelens een plaats krijgen. Dat ze er mogen zijn.
Op die manier bevestig je iemand in zijn of haar kern. En maak je de wereld een stukje mooier…
Ten slotte wil ik nog aangeven dat we als ouders onze kinderen niet hoeven te beschermen tegen negatieve gevoelens. Dat deze er ook mogen zijn. Kinderen hebben het recht om boos, verdrietig, teleurgesteld, bang of gefrustreerd te zijn. Meer nog, enkel door ook deze ‘negatieve’ gevoelens ten volle te ervaren, kunnen kinderen –op andere momenten- ten volle genieten van positieve gevoelens.
Als ouder is het dan ook heel belangrijk om negatieve gevoelens bij kinderen te erkennen. Wat je bijvoorbeeld doet door ze simpelweg te benoemen en te checken. “Ik denk dat jij heel boos bent, is dat zo?” “Je ziet eruit alsof je heel erg teleurgesteld bent. Klopt dat?”
Verder hoeven we absoluut niet steeds een oplossing te zoeken voor elk probleem. Als een kind heel boos is, kan het helpen om eens heel goed te huilen. Met mama of papa in de buurt. Waarbij het kan volstaan dat je er gewoon bent. “Je bent nu heel boos, en dat mag.” Vaak is het mogen ontladen van negatieve gevoelens op een veilige plek de allerbelangrijkste nood van een overprikkeld kind…
Mogen boos zijn.
Mogen teleurgesteld zijn.
Mogen overprikkeld zijn.