Broederliefde… of toch niet? – deel 1
De twee broers…
De twee broers…
Ik ben er gerust in. Neen, ze zijn nog nooit zo lang van huis weggeweest. Om eerlijk te zijn zelfs nooit langer dan twee nachten na elkaar. Maar ze hadden er zin in. En ze waren er klaar voor. En voor mij -als moeder- nog het allermooiste… ze hebben mekaar.
Eerlijk is eerlijk. Een maand geleden zou ik dit niet geschreven hebben. Een maand geleden krabde ik mij nog dagelijks in het haar. In de hoop oplossingen te vinden om de rust te kunnen bewaren. In de hoop dat zoon één verdraagzamer zou zijn voor zoon twee. En omgekeerd. In de hoop dat er buiten ‘hij daar en ik’ ook een soort ‘samen’ zou kunnen ontstaan…
Ik moet toegeven dat ik niet weet wat precies het keerpunt geweest is. Dat ik daar geen vinger op kan leggen. Wel is het een feit dat mijn twee o zo gevoelige, maar o zo verschillende zonen sinds enkele weken elkaar terug gevonden hebben. Dat ze samen plezier maken. Dat ze samen buiten spelen. Dat ze zomaar spontaan iets voor elkaar doen. Dat de dagelijkse verwijten naar elkaar toe plaats gemaakt hebben voor humor en grapjes maken. Dat ik ze met een gerust hart thuis kan laten als ik even uit huis ben.
Toegegeven. De herwonnen harmonie in huis is nog broos. De gezamenlijke reis naar Oostende blijft nog delicaat, elke zoon onder invloed van zijn eigen klasgroep. En toch, toch heb ik er alle vertrouwen in dat het goed komt tussen mijn zonen. Dat ze elk in zich de zaadjes gelegd hebben voor wederzijds respect. Want daar draait het uiteindelijk allemaal om. Dat iedereen mag zijn zoals hij is…
De oudste zoon van elf jaar oud is sensorisch erg gevoelig. En zachtaardig. Vergevingsgezind. Volgzaam. Meelevend en begripvol.
De jongste zoon van tien jaar oud is energetisch erg gevoelig. En matuur. Scherpzinnig. Avontuurlijk en tegelijk terughoudend. Hij is heel erg aanwezig en heeft een ijzersterke wil.
Onnodig te vertellen dat de oudste zoon al snel het onderspit dolf tegenover zijn jongere broer. Wat jarenlang leidde tot een gespannen, maar doenbare verstandhouding. Met af en toe een uitbarsting van jong of oud, dat hoorde erbij. Tot de oudste zoon op een zeker moment -nog niet zo heel lang geleden- besloot dat het genoeg was. Dat hij niet langer de les gespeld wou worden door zijn jongere broer. Wat wij als ouders toejuichten, natuurlijk. Maar wat ook het einde betekende van de relatieve vrede tussen de mannelijke leden van onze vierkoppige kroost.
Tot zo’n maand geleden. Toen het toppunt van onverdraagzaamheid bereikt leek. Toen de twee broers continu op voet van oorlog met elkaar leefden. Toen ik bijna een queste begonnen was op zoek naar een vredesvlag. Toen klaarde de lucht op. Als bij wonder.
Twee gesprekken waren er. Tussen de jongste zoon en mij. Los van elkaar. En hoewel ik geen enkel gesprek gevoerd heb met het doel de broerensfeer te verbeteren, lijkt dat er toch uit zijn voortgevloeid…
Wordt vervolgd…