Broederliefde… of toch niet? deel 4
Van de time-out naar de time-in…
Van de time-out naar de time-in…
Ging ik gewoon bij hem zitten. Een beetje op een afstand, want hij ontplofte als ik te dichtbij kwam. In alle stilte, want hij ontplofte als ik begon te spreken. Gewoon er zijn. En wachten.
Het werkte… na een tijd zitten zwijgen, kon de jongste zoon zich terug ontspannen. En klaarde de lucht op. Zonder veel woorden. Zonder veel daden. Ook niet nadien. De broze verbinding tussen ons was hersteld. Al bleef ik natuurlijk nog achter met veel vraagtekens.
En zo had ik dat eerder genoemde artikel nodig om helemaal tot een inzicht te komen. Door op een mooie manier uitgelegd te zien wat een time-out met een kind doet, besefte ik dat ik dat nooit meer wou voor mijn kinderen. Dat ik ze onvoorwaardelijk graag zag. En dat ik me daar voortaan naar zou gedragen.
Die avond heb ik prompt de jongste zoon voor het slapengaan mijn excuses aangeboden. Hem uitgelegd dat ik ingezien had dat ik hem keer op keer weggestuurd had op de momenten dat hij mij het meeste nodig had. Dat ik dat niet meer zou doen. Dat ik daar oprecht spijt van had.
Zoonlief keek even verwonderd op toen hij dat hoorde.
“Wat ga je dan wel doen?”, vroeg hij kortaf, “Mij naar mijn kamer sturen?”
Waarop ik hem vroeg of ik voortaan bij hem mocht gaan zitten als hij het zo moeilijk had. Gewoon in zijn buurt, maar wel op een afstand.
“Ja”, zei mijn jongste zoon. Op een heel andere toon. Zijn gezicht klaarde op. Werd milder. Toegankelijker. En hij legde zich neer in zijn bed.
Het leek alsof er een grote grijze wolk wegtrok uit zijn kamer. Dat de ruimte tussen ons eindelijk opnieuw zuurstof kreeg…
Ik durf niet te beweren dat het hierdoor komt dat mijn twee zonen terug samen kunnen spelen. Ik durf ook niet te beweren dat mijn twee zonen nu elkaars beste vrienden zijn. Ze blijven namelijk heel erg verschillend. Hebben totaal verschillende noden.
Wel voel ik dat mijn jongste zoon de laatste tijd een soort rust uitstraalt.
Niet de rust van “nu ben ik mijn pit verloren”. Gelukkig niet. Maar wel de rust van “ik mag er helemaal zijn… eindelijk”.
Ps. Ik kreeg als opmerking dat de papa niet vermeld wordt in deze blog. En dat klopt. Enerzijds heb ik er hem bewust buitengelaten omdat ik over mijn eigen strijd wou spreken. Anderzijds is het ook zo dat ik als thuisblijfmoeder, toen de kinderen nog klein waren, veel meer tijd met hen spendeerde. En aldus het emotionele stuk van de opvoeding grotendeels naar mij toe getrokken heb. Zeker het stuk rond de jongste zoon. Nadien -toen ik terug aan het werk was- is die balans niet helemaal in evenwicht gekomen. Daar zijn we nog volop aan aan ’t werken…